In het kort:
– Woningborg, de grootste afbouwverzekeraar van Nederland, heeft al verschillende woningprojecten moeten weigeren.
– Het bedrijf zit aan zijn limiet door de toename van bouwprojecten en hogere aannemerskosten.
– Zonder afbouwverzekering kunnen bouwers niet aan de slag.
– Het bedrijf wil steun van het Rijk.
Verzekeringsproblemen brengen woningbouwprojecten in gevaar. Woningborg, de grootste nieuwbouwverzekeraar van Nederland, kan de toegenomen vraag niet aan. Het bedrijf zit aan de limiet van wat het kan verzekeren en heeft al verschillende bouwprojecten geweigerd. De onderneming wil nu geld van het Rijk.
Dat bevestigt het bedrijf na vragen van het FD. Zonder een certificaat van zo’n afbouwverzekeraar kunnen bouwers doorgaans niet aan de slag. Dit kan dus een flinke rem zetten op de nieuwbouw, terwijl het demissionaire kabinet de komende jaren bijna een miljoen huizen wil bijbouwen om het woningtekort in te lopen.
Nu al heeft BPD, de grootste projectontwikkelaar van Nederland, de verkoop van ‘een paar kleinere projecten’ uitgesteld naar volgend jaar. Dat komt ‘omdat een aantal aannemers aan het plafond zit van de verstrekte garanties’, zegt een woordvoerder desgevraagd.
‘Nee’ verkopen
Woningborg wil niet zeggen hoe vaak het bedrijf al nee heeft moeten verkopen. De woordvoerder houdt het erop dat het bedrijf ‘in bepaalde gevallen’ moest melden dat een certificaat er niet in zit.
Het bedrijf wil nu ‘kapitaalversterking’. Woningborg overlegt daarover met onder andere branchevereniging Bouwend Nederland en het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Dat kan via een lening, investering of borg. Daar zijn we over in gesprek’, zegt de woordvoerder van Woningborg.
Bouwend Nederland vindt overheidssteun gerechtvaardigd. ‘Anders kunnen de hoge bouwambities van het kabinet niet gehaald worden’, meldt de belangenvereniging. Het ministerie bevestigt de ‘verkennende gesprekken’ met Woningborg over ‘haar problematiek’, maar wil over de inhoud niets kwijt.
Certificaat biedt zekerheid
Een certificaat van een afbouwverzekeraar biedt kopers de zekerheid dat een woning wordt afgebouwd als een aannemer failliet gaat. Bij hypotheken die vallen onder de Nationale Hypotheek Garantie is zo’n certificaat verplicht bij nieuwbouw. Ook bij andere hypotheken stellen banken dit vaak als eis.
Het weigeren van afbouwverzekeringen is een nieuwe tegenslag voor de nieuwbouw. Nederland heeft al een tekort van 279.000 huizen. Eerder legde de stikstofcrisis veel bouwprojecten stil. Daarnaast stagneerden verschillende bouwprojecten als door de gestegen prijzen van onder andere hout en staal.
Veel meer bouwplannen
De problemen bij Woningborg komen daar nu bij. De afbouwverzekeraar zag het aantal aanvragen voor een garantiecertificaat stijgen omdat er meer bouwplannen zijn. In de eerste zes maanden van dit jaar werden ruim 47.000 bouwvergunningen afgegeven, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat zijn er al 10.000 stuks meer dan in dezelfde periode vorig jaar.
Daarnaast stegen de bouwkosten per woning en de kosten die de aannemer rekent. Dat komt onder andere door de gestegen grondstoffen- en huizenprijzen. Het te verzekeren risico, obligo in jargon, liep zo in rap tempo op en de onderneming kan minder huizen verzekeren voor hetzelfde bedrag. De verzekeraar moet voor de risico’s die het verzekert voldoende kapitaal op de balans aanhouden. Woningborgs grootste concurrenten SWK en Bouwgarant hebben geen problemen, zeggen zij.
Vooral de kleinere bouwers zitten te wachten op de garantie, zo blijkt uit een rondgang van het FD. Zo vroeg Bouwgroep Moonen begin dit jaar een certificaat aan voor een nieuwbouwproject in het Utrechtse Doorn. Voor de zomer kreeg het bedrijf technische en juridische goedkeuring van Woningborg. In augustus verwachtte de bouwer de financiële goedkeuring, maar die is er nog steeds niet. ‘Ze hebben uitgelegd dat ze bezig zijn met een oplossing’, zegt directeur Sander Martens. Hij maakt zich nog geen zorgen.
Slechte jaren achter de rug
Woningborg heeft een paar moeilijke jaren achter de rug. De verzekeraar, met een balanstotaal van € 141 mln, boekte behoorlijke verliezen in 2018 en 2019.
De solvabiliteit daalde destijds fors. De maatstaf voor de schokbestendigheid was in 2016 nog 384%, maar drie jaar later gekelderd naar 111%. Daarmee voldeed Woningborg nipt aan de eisen van toezichthouder De Nederlandsche Bank, maar niet aan de ‘interne norm’ van 200%, zo blijkt uit de jaarverslagen. Die interne norm was in 2018 overigens nog 330%.
Daarom greep het bedrijf vorig jaar in. Zo werden alle beleggingen in aandelen in een klap verkocht. Er kwamen deels obligaties voor in de plaats. Het gevolg daarvan was dat de solvabiliteit verbeterde naar 190%. Wel werd de interne norm verlaagd van 200% naar 180%. Op dit moment is het bedrijf ‘financieel gezond’, stelt de woordvoerder.
Om meer verzekeringsruimte te creëren heeft Woningborg afgelopen juli al de voorwaarde aangepast van 100% dekking naar 60% van de aanneemsom. Dat zou volgens Woningborg genoeg zijn, omdat de schade meestal niet hoger is dan 50% van de aanneemsom. Het bedrijf wil niet zeggen hoe hoog zijn verzekeringsruimte precies is.
BRON: Financieel Dagblad, 27 september 2021