Voor starters is het al decennialang onmogelijk om een voet tussen de deur te krijgen. De huizenprijzen zijn sinds 1970 twee keer zo hard gestegen als het modale inkomen.
Waarom de overheid wil dat je een huis koopt
Na de oorlog is ruim 70% van alle huizen een huurwoning. De overheid wil het kopen van een eigen huis stimuleren, omdat het een goede investering is in het eigen vermogen en de economie. Huizeneigenaren zouden bovendien ‘betere burgers’ zijn.
Waarom kelderen de huizenprijzen met 45% in de jaren 80?
Een huis kopen hoort vanaf de jaren 70 bij ‘op je eigen benen staan’. Banken verstrekken steeds makkelijker onverantwoord hoge leningen en de huizenprijzen stijgen door het woningtekort. Tijdens de crisis in de jaren 80 stort ook de huizenmarkt in. Veel Nederlanders kunnen hun hypotheek niet meer betalen en de huizenprijzen kelderen met 45%.
Waardoor ontstaat de (nieuwe) huizencrisis?
In de jaren 90 stijgen de huizenprijzen exponentieel, omdat er nog steeds een tekort is aan woningen en banken (opnieuw) hele hoge leningen verstrekken. De markt implodeert door de bankencrisis in 2008.
Kunnen we de woningmarkt in bedwang houden?
Ondanks de huizencrisis in 2008 stijgen de huizenprijzen weer razendsnel. Nederland heeft nog steeds te weinig woningen op de markt en de hypotheekrente is laag. Daarnaast heeft het kabinet tijdens de crisis de woningmarkt heel aantrekkelijk gemaakt voor beleggers.
Inmiddels zit de Nederlandse woningmarkt weer in een snelkookpan. In oktober 2018 ben je in Nederland gemiddeld € 292.000 euro kwijt voor een huis. Dat is ruim 10% meer dan het jaar daarvoor. Aan de ene kant komt dat door het instinct van de Nederlandse huizenkopers. Zij stemmen hun gedrag af op wat anderen doen. Als ze zien dat andere mensen huizen kopen, ontstaat een gevoel van ‘ik moet er snel bij zijn’.
Daar komt bij dat de woningmarkt in Nederland al decennialang overspannen is. Het grootste probleem is het vrijwel permanente tekort aan woningen en het ruimtegebrek. Bouwgrond is in Nederland erg duur en er is een groot tekort aan vakmensen in de bouw.
En dan zijn er nog de beleggers. Steeds meer grote investeerders (ook uit het buitenland) steken hun geld in de Nederlandse woningmarkt. Zij richten zich vooral op starterswoningen. Die kopen ze op en verhuren ze vervolgens voor veel geld aan de starters die door de beleggers geen kans meer maken op de woningmarkt.
Om de woningmarkt toegankelijk te houden voor starters is het ook essentieel dat mensen doorschuiven. Dus zodra ze een duurder, groter huis kunnen veroorloven, moeten ze ruimte maken voor mensen die minder te besteden hebben. Maar dat gebeurt vaak niet. Daarbij komt dat huizen in een laag segment betaalbaar moeten blijven voor starters, maar dat is al sinds de Tweede Wereldoorlog het probleem waar veel politici hun hoofd over hebben gebroken.
Bron: NPO Focus